Een tampon is een samengeperst watje dat je kan inbrengen in de vagina. De tampon zuigt het bloed op en wordt daardoor groter. Aan de tampon hangt een stevig draadje dat je buiten de vagina laat hangen. Hieraan kun je het er weer uittrekken.
Indoen en dragen
De eerste paar keer een tampon in doen kan best lastig zijn. Doe het daarom de eerste keer op een rustig moment en op een dag dat je niet heel veel buitenshuis hoeft te doen. Neem de tijd en vergeet niet te ademen. Als je diep inademt bij het in doen gaat het vaak makkelijker.
Verwissel je tampons regelmatig. Op die manier kun je doorlekken voorkomen. Laat een tampon nooit langer dan zes uur inzitten. Als je een tampon te lang inhoudt kun je last krijgen van infecties.